Wenen – Onder strikte voorwaarden vond afgelopen zaterdag in Wenen een indoorwedstrijd plaats. Een wedstrijd die niet voor iedereen was weggelegd; alleen atleten die een gooi doen naar kwalificatie voor het EK indoor of de Olympische Spelen mochten hier deelnemen. Op toewijzing van de atletiekunie mochten Thijmen Kupers, Suzanne Voorrips en Marit Dopheide aan de startlijn verschijnen, op respectievelijk de 800m en 400m.
De eerste indoorwedstrijd is voor de meeste atleten een spannende test. Voor Thijmen gold dit zeker, gezien hij zijn laatste 800 meter liep in de zomer van 2019. Het was voor hem voorafgaand lastig in te schatten wat hij van zichzelf mocht verwachten. Tegelijkertijd was het behalen van de limiet voor het EK indoor, die ligt op 1.49.00, een reëel doel. Met coach Eddy Kiemel had Thijmen besproken dat het belangrijk was om hard te starten. Per serie namen acht atleten deel op de slechts vier lanen brede indoorbaan. Dit maakte dat het bij het invoegen een gedrang zou worden. Thijmen zijn plan pakte goed uit en hij kwam al snel op een prima 4e plaats terecht. Het deelnemersveld werd al vlot een lint en het lukte Thijmen goed om steeds een plek op te schuiven. In de derde rond zat hij al in de rug van Engelsman Jamie Webb, de snelste atleet uit het veld. De laatste 300m kon Thijmen goed doorlopen en de laatste ronde bleef het gat met de nummer 1 even groot. Thijmen finishte in een tijd van 1.47.42, wat zijn snelste opening van het indoorseizoen ooit is. Hiermee behaalde hij tevens de limiet voor het EK indoor en zal hij in het weekend van 5 maart aan de startlijn verschijnen in het Poolse Torún.
Ook Suzanne testte haar kunnen over vier rondes van 200m. Suzanne liep afgelopen zomer haar snelste tijd ooit over 800m en putte hieruit het vertrouwen om zich deze winter te kwalificeren voor het EK indoor. “Ik had super veel zin in deze wedstrijd en voelde me ontzettend goed” vertelde Suzanne. Ze liep in een race waarin een haas het tempo zou maken, met een 400m doorkomst in 58.5/59.0. Suzanne wilde graag voor in het veld lopen, maar liet tegelijkertijd bewust ruimte voor andere atletes om te voorkomen dat de start te hard zou zijn. De haas ging veel te hard van start en Suzanne kwam na 400m door in tijd van 57.9. Suzanne voelde zich zo sterk dat ze het vlotte tempo aanvankelijk niet door had. Volgens plan versnelde ze tussen 400-600m, maar na 550 meter was ze opgebrand. De laatste ronde moest Suzanne afzien, maar het resulteerde desondanks in een prima 2.05.65. Reflecterend op haar race vertelde Suzanne: “De race liep anders verwacht, maar als het dan toch al zo moet, dan is het goed dat dit gebeurd tijdens een eerste wedstrijd. Op deze manier is het ook een goede training. Als ik terug denk aan de race denk ik dat de EK limiet er in zit. Dus die ga ik volgende week proberen te lopen, met Marit als super haas!”
Marit startte haar indoorseizoen op de 400m. Ze liep aanvankelijk een gecontroleerde race, maar moest achteraf concluderen dat dit té gecontroleerd was geweest. Haar opening en het stuk tussen de 250-300m was iets te langzaam, waardoor ze op dit punt door haar concurrentes werd ingehaald. Deze atletes zetten geen pas te veel, waardoor Marit iets werd afgesneden en op de rem moest. Ze tikte één van de dames aan en verloor haar ritme. De laatste 50m lukte het haar om zichzelf te herpakken, maar dit resulteerde niet meer in een tijd waarop ze had gehoopt. Marit vertelde de redactie over haar race: “Ik ben niet echt tevreden, maar het was wel fijn om weer een wedstrijd te lopen en te weten hoe indoor voelt. Er is nog genoeg ruimte voor verbetering.”
Lievin – In het Franse Lievin deed Bram Buigel ook een gooi naar de EK limiet op de 800m. Hij hoorde slechts enkele dagen van te voren dat hij deel zou mogen nemen aan deze kleinschalige wedstrijd. Ondanks zijn prima vorm, was het voor Bram nog niet glashelder wat hij van zichzelf zou mogen verwachten. Bram, die zijn zinnen gezet had op een tijd net onder de EK limiet van 1.49.00, had het geluk dat er een haas in het veld was. Deze haas zou de eerste 400 meter openen in een tijd van 52 seconden. Helaas ging de haas iets te gretig van start, waardoor deze door kwam rond de 50/51 seconden. Dit maakt dat de rest van de race voor Bram een grote overlevingstocht werd. “Ik ben goed stuk gegaan, maar heb desondanks de tweede plek vast weten te houden. Met 1.49.19 net geen EK limiet, maar met een iets conservatievere start duik ik zo onder de 1.49” liet Bram de redactie vastberaden weten.
Omslagfoto: Bjorn Parée