Tom Hendrikse en Silke Jonkman maakten afgelopen maandag hun debuut op de EK atletiek in München.
In de middag behaalde Tom met een tijd van 2.19:21 een 40e plek op de marathon. Hiermee klasseerde hij zich als beste Nederlander en finishte hij een plekje hoger dan op zijn vorige EK, de EK cross afgelopen december.
Tom begon de eerste kilometers gecontroleerd. “Ik wilde een race lopen waarbij ik rustig zou blijven in het begin en richting het einde kon versnellen. Het plan was om op een hartslag van 150-152 te lopen. Dan wist ik dat ik me niet zou opblazen en eventueel zou kunnen versnellen richting het einde. Ik schrok alleen wel van het tempo dat daarbij hoorde. De eerste paar kilometers liepen we in 3:10, waar ik had verwacht rond de 3:20 te zitten.” Door een wat kortere voorbereiding dan gehoopt merkte Tom dat hij in de laatste paar kilometers net wat tekortkwam. “Ik miste net dat puntje op de i. Tot dertig kilometer ging het heel goed, maar daarna begon ik het echt zwaar te krijgen. De laatste keer die heuvel op was echt een hel! Ik moest een paar keer een stap terugdoen in tempo, maar toen ik vlak bij de finish Ronald Schroër (de andere Nederlander in de race) zag, wilde ik het niet laten gebeuren dat hij voor mij zou finishen. Hierdoor kon ik op het einde toch weer wat versnellen.”
Silke Jonkman maakte in de avond indruk op de 10.000 m door de 11e plek te veroveren. Na 25 rondes zette ze de klok stil op 32:30.92. Silke stond als 17e snelste geplaatst, maar met een goed ingedeelde race wist ze uiteindelijk veel toploopsters achter zich te houden.
Lange tijd liep ze in een groepje waarin ook landgenote Jasmijn Lau zich bevond. Maar in de slotkilometers zette ze een versnelling in en rukte ze vlot op richting plek 11. Met een sterke laatste ronde kwam ze nog behoorlijk in de buurt van de top 10 en bleef ze slechts 5 seconden van haar pr verwijderd.