Passie kan niet worden opgelegd, maar alleen blootgelegd

LOKEREN (BE) – Zondag 3 juli was de blauwe atletiekpiste te Lokeren het decor voor de “Grote Prijs Stad Lokeren”. De topwedstrijd in het Belgische Waasland zou dit jaar voor de negende keer plaatsvinden en neemt deel uit van de Flanders Cup-competitie, een reeks van internationale topwedstrijden in België.
Namens Team 4 Mijl zouden Jaap Gerben Vellinga, Bram Buigel en Wessel van Veenen van start gaan in het voorprogramma op de 800 meter. Bernice Meijer mocht haar debuut maken in het hoofdprogramma op de 400 meter en Elisa de Jong en Sofie Lövdal kwamen in actie op de incourante 1 Mijl.

Vreugde en teleurstelling op de 800 meter
De serie-indeling wees uit dat zowel Jaap Gerben, Bram en Wessel in dezelfde serie van start zouden gaan. Met een haas die hard weg zou gaan, zou dit dan ook de ideale race zijn om de persoonlijke records aan te kunnen scherpen. In een volle serie van 12 mannen, kwam Jaap Gerben al vroeg in het gedrang terecht. Hierdoor zat de atleet niet lekker in de race en toen een gemeen mannetje nog een duw in zijn rug gaf, leek het een gelopen race. Jaap Gerben wist zich echter te herpakken en na een knappe inhaalrace wist hij de serie te winnen in een tijd van 1:49.63. Een paar duizendsten van een seconde voor Jamaal James uit Trinidad&Tobago. “Ik heb het mezelf te verwijten dat ik vanaf het begin achter de feiten aanliep maar een duw van achter krijgen vind ik een laffe actie”, aldus een teleurgestelde Jaap Gerben.
Bram liep echter vanaf de start voorin mee en wist hierdoor buiten het gedrang te blijven. Hij wist ook het laatste stuk nog sterk door te lopen en liep soeverein naar een vierde plek in 1:49.91. “YEESSSS!!” , was de vreugdekreet die heel Lokeren deed schudden toen de atleet hoorde dat hij onder de grens van 1:50 had gelopen. Ook Bram is nu, na zijn sollicitatie, aangenomen bij de sub 1:50 club. Wessel liep een sterke race en wist na een snelle laatste 100 meter zesde te worden in een nieuw persoonlijk record van 1:50.68. “Hier ben ik heel blij mee, ik wist dat dit erin zat en het is prachtig dat dit er nu ook uit komt”, vertelde de atleet die gedurende zijn Team 4 Mijl carriere al een flinke progressie heeft geboekt.

Bernice Meijer debuteert in het hoofdprogramma
Na zich bij de Nederlandse Kampioenschappen al bewezen te hebben, was Bernice in Lokeren toegelaten tot het hoofdprogramma op de 400 meter. Een mooie kans voor de 19-jarige atlete om zich aan de internationale atletiek te laten zien. Bernice kampte de afgelopen weken echter met een wisselende vorm en zag deze wedstrijd dan ook vooral als moment om ervaring op te doen. Na wat aarzelend uit het startblok te zijn gestart, wist ze uiteindelijk nog te finishen in een tijd van 57.92. Bernice: “Het was mooi om toegelaten te zijn tot het hoofdprogramma maar over drie weken wil ik er weer echt staan. Dan loop ik mijn laatste wedstrijd van het seizoen in Ninove.” De pijlers zullen daar weer gericht zijn op de 400 meter.

Elisa de Jong derde op Mijl; Sofie Lövdal maakt seizoensdebuut
Door een matig voorseizoen, veroorzaakt door blessures en ziekte, hebben Elisa en Sofie ervoor gekozen om de afgelopen maanden trainingsachterstand bij te werken en derhalve geen wedstrijden te participeren. Elisa liep vorige week haar eerste wedstrijd en Sofie maakte in Lokeren haar seizoensdebuut. Elisa had samen met coach Mulder afgesproken om snel door te komen en geen verval te hebben op de eerste rondjes. Elisa wist derde te worden van alle dames en mocht dan ook een prijs in ontvangst nemen. “Ik had graag nog iets harder willen doorkomen maar ik heb mijn best gedaan om me aan het plan te houden”, vertelde een ietwat vertwijfelde Elisa na de race. Elisa kwam in 4:57.38 over de finish.
Sofie heeft de Finse Kampioenschappen over drie weken als hoofddoel voor dit seizoen. De atlete uit Finland was flink gespannen voor de wedstrijd en hoopte dat ze op haar eerste wedstrijd goed uit de voeten kwam. Ze finishte als achtste in 5:09.83. Sofie: “Over drie weken moet het gebeuren, ik hoop wel dat ik nog stappen kan zetten voor die tijd.”
En na een lange dag vol topatletiek, pakten de atleten hun koffers en gingen weer terug naar het hoge noorden.