Zondag vertrok een delegatie van vier atleten onder toeziend oog van coach Guido van Weeren naar Wenen om daar op dinsdag deel te nemen aan de Vienna Indoor Classic. Een wedstrijd met internationale allure waarvan je op voorhand zou zeggen een garantie op strak gehaasde races, sterke tegenstanders, gevolgd door rappe tijden. De realiteit was echter anders.
Na een acclimatiseringsfase van twee dagen welke bestond uit het verkennen van de baan in het Dusika-Hallen-Stadion en de hele entourage er om heen was het op dinsdagmiddag rond de klok van drie Pascal Remminga die als eerste van de Groningse delegatie in de vijftiende serie van de 400 meter van start ging. De voorgaande wedstrijden van Remminga kenmerkten zich door een te trage start, maar geïnspireerd door snelle tijden in de series voor hem vertrok hij dit keer als een komeet. Na een doorkomst van 23.1 bleef hij tot ruim driehonderd meter soeverein op de winst af stevenen. Vijftig meter voor de finish sloeg de verzuring echter toe waardoor hij op de laatste meters door een Rus voorbij werd gelopen. Een tweede plek in een tijd van 49.65. Met nog anderhalve week te gaan tot het NK is de vorm van Remminga groeiende en met meer tegenstand komt een 48er in zicht.
Vier uur later was het Stefan Wessel die zijn opwachting maakte. Na een geslaagde wedstrijd over 800 meter in Apeldoorn, trad hij nu aan op zijn geliefde 1500 meter. Met op papier sterke tegenstanders en een haas voor het goede tempo leek niets in de weg te staan van een scherpe tijd. Helaas meldde de haas zich af en werd Wessel al snel de kop op gedrongen. Het duizend meter punt werd gepasseerd na 2.36, maar al snel daarna werd hij aan alle kanten bedankt voor bewezen diensten en voorbij gestoken. De uiteindelijke eindtijd van 3.55.51 was niet slecht, toch was vooraf op meer gehoopt. Het slotstuk was voor de mannen van de 800 meter, Victor Bouwman en Wilfred van Holst. De afgelopen weken hadden de heren al laten zien dat ze in staat waren tot tijden nabij 1.50 en de ambitie was dan ook om deze grens in Wenen te slechten. Beide heren kwamen uit in de vierde serie. De organisatie had voor de eerste drie series een tempomaker aangesteld, waardoor zij het puur op eigen kracht moesten zien te klaren. Bouwman pakte direct de kop om deze vervolgens niet meer af te staan. Met doorkomsten van 26.5; 53.6 en 1.21.8 stond hij met een eindtijd van 1.51.23 alleen op de foto. Eén van de beste wedstrijden uit de carrière van Bouwman met als enige smet dat hij niet in een snellere serie van start mocht gaan. Achter Bouwman finishte van Holst in een tijd van 1.52.76 in de middenmoot. Van Holst kwam stroef op gang en slaagde er geen moment in om echt in de wedstrijd te komen.