Dit weekend werd er in Oordegem door vier atleten op vier verschillende afstanden gestreden. Niek Blikslager kwam uit op de langste afstand, de 3000m, Bram Buigel kwam uit op de 800m en de sprintafstanden werden door de dames bezet; Floortje van Kampen koos voor de 400m en Leonie van Vliet mocht uitkomen op de kortst van de vier afstanden de 200m.
Zowel bij de mannen als de vrouwen was een van beide tevreden met de prestatie en de ander iets minder. Waar Bram ontevreden over zijn race besloot: ”Race van begin af aan te langzaam en nog vermoeid omdat ik volop doortrain voor de Universiade, bleef ik tot 700 wachten. Toen nog wel wat afgesprint, maar ik had de benen niet vandaag. Wel even een boemel aangevoeld.” Toch was de tijd van 1.50.71 niet iets om geheel ontevreden over te zijn. Niek, later op de dag uitkomend, maar nog steeds op een warm moment zette de klok stil in een nieuw teamrecord. 8.11.73! De race was wisselvalling met veel inhaalacties, duw- en trekwerk en warmte. Dat er meer in zit lijkt dus duidelijk. Niek zegt dan ook: ”Ik ben medium tevreden. Ik had op meer gehoopt, maar de race was er niet naar. Ik lig er niet waker van, de tijd van vorige week is een goede motivator (14.00 op de 5000m, red.).” Misschien dat Niek later dit seizoen nog herkansing krijgt.
Voor de dames was het startschot voor Leonie. Waar zij met een nieuw PR op de 100m aangetoond heeft dat ze de snelheid in de benen heeft, mocht ze dat nu aantonen op de 200m. Met een tijd van 23.77 is ze redelijk tevreden. “Het is een stuk sneller dan vorige week, maar er zit meer in. Al is het ook goed om even wedstrijdritme te krijgen.” Na Leonie mocht Floortje haar krachten tonen op de 400m. Net als bij de mannen was er een tevreden, wat impliceert dat Floortje niet geheel goed terugkijkt op de uiteindelijk 58.01 die ze noteerde. Hoewel ze snel startte wist ze dat tempo niet door te trekken. “Mijn snelheid is niet goed genoeg. Ik moet eigenlijk een halve seconde sneller doorkomen. Dat gold ook voor de 300m en hoewel ik nog wel door de verzuring heen kwam had ik de hele race te weinig snelheid om nog hard te finishen.”