Waar de meeste Team 4 Mijl atleten naar Lanzarote vlogen om zich voor te bereiden op het winterseizoen, reisden vijf atleten af naar Kenia. Ze trainden in Iten, een Keniaans dorp op 2400 meter hoogte in de Grote Riftvallei. In Iten (‘The home of champions’) heerst een echte hardloopcultuur. Waar op Lanzarote de Britten al om 10 uur aan hun eerste biertje zaten heeft hier de gemiddelde Keniaan zijn eerste looptraining van de dag er al lang op zitten. Begin december vertrokken Bram Buigel, Wessel van Veenen en Elisa de Jong naar Iten voor hun hoogtestage. Rond de jaarwisseling gaven Bram en Wessel het stokje over aan Maarten en Niek, die 2 januari arriveerden. In onderstaand artikel beschrijven de atleten hoe het trainen op hoogte verloopt.
Al tijdens de eerste passen in Iten was het verschil tussen lopen op zeeniveau en op hoogte direct voelbaar voor alle vijf atleten. Door het gebrek aan zuurstof stijgt de hartslag snel, waardoor de duurtrainingen in het begin erg rustig (‘Pole Pole’ volgens de Kenianen) verliepen. De zuurstofdruk is op hoogte lager, waardoor je lichaam meer rode bloedcellen gaat aanmaken om hiervoor te compenseren. Toch verloopt het trainen op hoogte en het gewenningsproces bij iedereen verschillend. Waar het aanpassen voor Elisa meerdere weken duurde, was Maarten na 10 dagen al goed geacclimatiseerd. Desondanks was de eerste week voor alle vijf atleten flink wennen. Naast het lagere tempo was ook alle aandacht tijdens het lopen even wennen. Tijdens het lopen door de heuvels worden blanke atleten regelmatig nageroepen met ‘Mzungu!’ (Swahili voor blanke) en komen kinderen naar de weg gerend om high fives uit te delen. Sommige kinderen rennen vervolgens met gemak een stuk mee alsof het de normaalste zaak van de wereld is (al roepende ‘How are you! Give me sweets!’).
Een ander verschil in training is de rust tijdens intervaltrainingen, welke in Kenia door vele atleten met name op onverharde paden en op zogenaamde ‘dirttracks’ (gravelbanen) worden afgewerkt. De rust tijdens de trainingen is doorgaans langer dan in Nederland, omdat het herstel langzamer verloopt op hoogte. Tijdens de beroemde ‘fartlektraining’ is er echter weinig ruimte voor herstel. Elke dinsdag- en donderdagochtend om 9 uur verzamelen ruim honderd atleten zich op een vast punt. Tijdens het vaartspel worden 1, 2, 3 of 4 minuten op tempo afgewisseld met 1 minuut pauze. Waar wij deze pauze rustig zouden joggen, wordt deze hier in fors tempo doorgelopen. Bram en Wessel ervaarden beiden dat deze training door de heuvels niet voor elke mzungu is weggelegd. Het vertraagde herstel op hoogte maakt het lastiger om specifieke 800 meter-trainingen te doen, doordat al eerder tijdens de training melkzuur aangemaakt wordt en dit minder makkelijk wordt afgebroken. Deze verzurende trainingen zullen Bram en Wessel ter voorbereiding op het indoorseizoen nog in Nederland doen.
Verder is het leven in Iten aanzienlijk anders ten opzichte van dat in Nederland. Mensen nemen overal de tijd voor, kennen weinig stress en maken zich, ondanks hun beperkte middelen, weinig zorgen (‘Hakuna matata’). In deze flow probeerden de Team 4 Mijl-atleten dan ook mee te gaan: voor zowel trainingen, eten als herstel werd de tijd genomen. Voorbeelden van typisch Keniaanse maaltijden die zij in hun gastenverblijven voorgeschoteld kregen waren ‘ugali’ (de beroemde Keniaanse maïspap), ‘sukuma wiki’ (een soort boerenkool), ‘chapati’s’ (Keniaanse pannenkoeken), veel verschillende bonen/peulvruchten en wat vlees (bijvoorbeeld kip of geit). In de gastenverblijven werden de maaltijden met andere atleten van diverse nationaliteiten genuttigd, wat gelegenheid bood om elkaar beter te leren kennen en ervaringen uit te wisselen. Naast herstel in de vorm van een Keniaanse maaltijd of een middagdutje, kregen de atleten ook regelmatig een uitgebreide massage van masseur Ben, wie in Iten onder de atleten zeer bekend is. Hij bezoekt diverse atleten (te voet) voor een uitgebreide en hardhandige massage van 90 minuten en heeft zijn massagekunsten van zijn moeder geleerd.
Maarten, Elisa en Niek verblijven momenteel nog in Iten, en zullen eind januari terugkeren naar Nederland. Alle drie starten zij hun seizoen met een 8 kilometer in Apeldoorn, waarna Maarten en Elisa het NK 10 kilometer in Schoorl lopen. Twee weken later lopen Niek en Elisa het NK indoor 3000 meter, gevolgd door het NK Cross. Bram en Wessel zijn inmiddels na een succesvolle trainingsstage weer terug in Nederland. Zij staan op het punt om te beginnen aan hun eerste indoorwedstrijden ter voorbereiding op het hoofddoel van deze winter: het NK indoor op de 800 meter.