Passie kan niet worden opgelegd, maar alleen blootgelegd

Een groot deel van atletiek gaat over de prestaties en de hoogtepunten. Een topsportcarrière lijkt als je hem samenvat een soort aaneengeregen periode van extremen te zijn. De euforie van de hoogtepunten kunnen je laten zweven terwijl de teleurstellingen er voor kunnen zorgen dat het voelt alsof de wereld stil staat. Die ups en downs maken indruk, en herinner ik me ook als de dag van gisteren. Terwijl ik voor deze column terugblik op mijn afgelopen negen jaar bij Team 4 Mijl denk ik naast de ups en downs ook aan iets anders. Iets wat ongrijpbaarder is, abstracter. Iets wat in die momenten tussen de extremen zit – dag in dag uit op de atletiekbaan. Je trainingsmaten worden vrienden, de baan voelt een beetje als thuis. Je hecht je zonder dat je het merkt, en pas op het moment dat je daar een onderdeel van los moet laten voel je hoe diep die band is geworden. Sport kan het belangrijkst op de wereld lijken, tot je ingehaald wordt door de realiteit. Mijn trip down memory lane gaat daarom niet over mijn snelste tijd of mooiste overwinning. Ik blik graag eens terug op een bijzondere estafette-race. Een race die naast de prestatie ook een andere betekenis had. Een betekenis waar een verhaal achter schuil gaat.

Britte Duijn en ik sloten in 2011 tegelijkertijd aan bij de 400m groep van Team 4 Mijl. We kenden elkaar vanuit het wedstrijdcircuit van Noord-Holland en gingen beiden naar Groningen voor onze studie. De klik tussen ons was er vanaf dag één, en in de loop van ons eerste jaar vonden we ook de klik met de rest van het team. Ik was graag langer dan twee jaar teamgenoten met haar geweest, maar we werden ingehaald door de realiteit.

 

Het NK estafette 4×400 was in 2013 in Hoorn. We zouden er lopen met Britte, maar liepen uiteindelijk ter nagedachtenis aan Britte. Een laatste ode aan de 400m atlete op een West-Friese baan. Het stokje was speciaal gemaakt voor deze editie. Ik mocht als eerste loper met het stokje uit het blok weg starten. Ik gaf een tweede positie door aan Machteld Mulder die zij op haar beurt door gaf aan Inge Bootsma. Marieke van der Zee wist achter Rotterdam atletiek in tweede positie te finishen. Marit Dopheide stond helaas met een blessure aan de kant maar was net zo goed onderdeel van het team. 4×400 meter. Een zilveren medaille – maakte het uit? Ja – want juist in de prestatiegerichtheid van dit alles voelde ze weer iets dichter bij.

Een unieke persoonlijkheid, mijn teamgenoot van het eerste uur. Ook Britte verdient een plek in deze column trip down memory lane.

Prijsuitreiking van de 4x400m V.l.n.r.: Machteld Mulder, Suzanne Voorrips, Inge Bootsma en Marieke van der Zee

 

Bron omslagfoto: Erik van Leeuwen