In de afgelopen maanden hebben de atleten en coaches van Team 4 Mijl ons wekelijks verteld over hun meest memorabele wedstrijden in de column Trip Down Memory Lane. In de laatste editie van deze column deelt coach Eddy Kiemel één van zijn herinneringen uit zijn eigen atletencarrière.
“A trip down memory lane… Geromantiseerde gedachten…
Ik was 18 jaar, dus we gaan terug naar het jaar 1989. Naar 21 juni om precies te zijn. Indertijd was er elk jaar één grote wedstrijd in Groningen: De Martinibokaal. Er waren toen nog twee verenigingen in Groningen, namelijk ARGO’77 en GVAV Rapiditas. De Martinibokaal werd georganiseerd door GVAV, het was ‘hun’ wedstrijd. Is dit belangrijk? Wel een beetje. Twee jaar daarvoor was ik in een conflictueuze situatie vertrokken van de wedstrijd. (Ik was weliswaar geen onderdeel van het conflict, maar koos wel nadrukkelijk partij.) Dat maakte mij, met de ‘praatjes’ die ik had, niet per se geliefd bij GVAV.
Dan terug naar de wedstrijd. Er werd een 800 meter georganiseerd rondom Steven Sloof. Geweldige atleet, imposante verschijning. Lang, mooie soepele pas. Was goed op de 800 meter tot en met de lange cross. Voor de 18 jarige die ik was, was hij iemand om naar op te kijken. Het idee was om ervoor te zorgen dat Steven een goede tijd zou lopen. Daarom werd Rob Davelaar gevraagd om als haas te fungeren. GVAV had naast Steven Sloof nog een andere goede 800 meter loper: Menno Iedema. En omdat ik eerder dat jaar bij de Gouden Spike al 1.52.60 had gelopen, mocht ik ook meedoen in deze race. Menno en ik konden dan proberen zo lang mogelijk bij Steven te blijven en op die manier ook een goede tijd lopen.
Ik weet nog dat we op de wedstrijd dag zelf naast het clubhuis een soort van voorbesprekinkje hadden. Dat was met Steven, Rob en Menno. Ik had daar het gevoel dat zij mij er liever niet bij hadden, en ik wilde eigenlijk alleen maar weten hoe hard we zouden openen. Het plan was volgens mij 54 seconden over de eerste 400 meter. De boodschap zoals die bij mij binnenkwam was: ‘Rob haast voor Steven. Kijken jullie maar hoe lang je er bij kunt blijven, wees blij dat je mee mag doen.’ Dit werd niet gezegd, maar was mijn gevoel toen ik daar wegliep. En ik weet nog dat mij dat erg strijdvaardig (zo niet agressief) maakte. Ik dacht: ‘Dat zullen we nog wel eens zien.’
De race verliep zoals afgesproken. We kwamen door in ongeveer 55 seconden. Tussen 400 en 500 moest ik een klein gaatje laten (dat had ik in mijn beginjaren altijd). Maar vanaf 500 liep Steven niet meer verder weg en kon ik me vast voorbereiden op mijn eindsprint. Eerst langzaam het gaatje dichtlopen en op het laatste rechte stuk de aanval. Halverwege het rechte stuk kwam ik naast Steven. Hij keek opzij en toen verwachtte ik een versnelling. Die kwam niet en ik weet nog dat ik dacht: ‘Hm, dat is gek.’ Ik kwam juichend over de finish en vloog in de armen van mijn beste vriend. Daar stonden wij met z’n tweeën een feestje te vieren tussen allemaal beteuterde GVAV’ers. Wat hun hoogtepunt had moeten worden, werd mijn feestje. In het hol van de leeuw. Met 1.51.3 (toen had je nog handtijden), verbeterde ik mijn persoonlijke record met meer dan een seconde. Ook won ik de Martinibokaal voor de beste prestatie van de dag.
Dit was voor mij het begin van een geweldig seizoen. Tien dagen later beleefde ik mijn nationale doorbraak: Nederlands Junioren kampioen in 1.49.98 (en kwalificatie EK-junioren). Later dat seizoen liep ik nog NK-finale senioren en haalde ik een achtste plaats op het EK-junioren.”
Via deze link kun je het krantenartikel uit het Nieuwsblad van het Noorden van 22-06-1989 lezen.
Enkele jaren na deze doorbraak liep Eddy Kiemel zijn persoonlijk beste tijd van 1.47.21, een tijd waarmee hij jaren later nog altijd 23ste in de Nederlandse ranglijst allertijden staat. Tijdens zijn carrière won hij een Nederlandse titel bij de senioren, twee Nederlandse titels bij de junioren, een finaleplaats op het EK junioren en een halve-finaleplaats bij het WK junioren. In 2003 richtte hij Team 4 Mijl op.