April staat voor veel atleten in het teken van de voorbereiding op het baanseizoen. Toch kende deze maand een aantal topprestaties van onze atleten, zowel op de baan als op de weg. Zo liep Job IJtsma in Los Angeles het teamrecord op de 5000 meter uit de boeken. Hij liep in een sterk veld naar een dik persoonlijk record van 13:56. Een goede test voor Job om te zien of de vele trainingen zijn aangeslagen. Hij zal zich de rest van het seizoen met name gaan focussen op de 1500 meter. Daarnaast wisten Jasmijn Sibma en Reinie Boven op het podium te eindigen bij de Klap tot Klaploop in Stadskanaal. Jasmijn eindigde als tweede in een tijd van 38:33 en Reinie kwam als derde vrouw over de finish in een tijd van 39:33.
Rotterdam Marathon
Maarten Hindriks liep op zondag 16 april zijn tweede marathon ooit en finishte als zesde Nederlander in een tijd van 2:18:55 tijdens de marathon van Rotterdam, een dik persoonlijk record van zo’n 5 minuten. Wij spraken Maarten over zijn voorbereidingen voor en ervaringen tijdens die magische 42.195 meter.
Hoe is je voorbereiding gegaan?
“De aanloop naar deze marathon startte een beetje stroef. In Januari zou ik starten met de voorbereiding, maar was ik druk met verhuizen, studie en werk, en ik liep van het ene klachtje naar het andere. Pas in Februari begon het een klein beetje te draaien en heb ik eindelijk wat volume kunnen draaien. Ik was dan ook verrast dat ik een klein persoonlijk record liep in Schoorl op de 10 km. Vanaf dat moment is het juist alleen maar goed gegaan, en heb ik flinke omvangsweken kunnen draaien.”
Heb je dit keer dingen anders gedaan dan de vorige keer?
“In Amsterdam, tijdens mijn eerste marathon, liep ik een heel strak tempo rond een eindtijd van 2:18/2:19, tot ik plots tegen kramp aanliep in beide hamstrings. Ondanks dat dit natuurlijk deels door de afstand zelf komt, had ik wel het gevoel dat er iets in mijn voorbereiding niet top was. Ik ben onder andere gaan sleutelen met de hoeveelheid drinken, omdat ik wel behoorlijk wat vocht verlies tijdens het hardlopen. Samen met coach Sybren hebben ik gekeken of ik nog meer volume weg kon tikken. Waar ik in de eerste marathon rond de 150 milliliter drinken zat, heb ik dat nu tijdens de trainingen verhoogd naar 200 milliliter. Daarnaast ben ik meer gelletjes gaan eten, waardoor ik ook nog mijn koolhydraatinname verhoogde van 75 gram, naar 105 gram per uur. Dit kon mijn buik hebben, en dus ben ik dit gaan toepassen. Tot slot heb ik rond 15 kilometer en 30 kilometer geen sportdrank maar elektrolyten genomen, om de kans op kramp daarmee mogelijk te verkleinen.”
“Op het gebied van training hebben we gekeken of we het volume wat konden opschroeven. In de eerste voorbereiding lag mijn top week rond de 190 kilometer, nu heb ik 3 weken gedraaid van 196, 207 en 213 kilometer. Ook heb ik duurlopen gedaan van 45 kilometer en alle tempo blokken een klein tandje harder. Ondanks het hoge volume bleef mijn snelheid redelijk op peil. Waar ik in de voorbereiding moeite had om 32 seconde op een 200 meter te lopen, liep ik nu eigenlijk vrij makkelijk 30 keer van 32seconde naar 30 seconde.”
Maarten kwam richting Rotterdam met het doel om binnen de top 10 te finishen op het Nederlands Kampioenschap, dat tijdens de marathon van Rotterdam gehouden werd. Daarnaast wou hij een tijd in de 2:18 lopen. Hij kijkt dan ook met tevredenheid terug op deze dag.
Hoe heb je de wedstrijd ervaren?
“Net als de eerste keer, heb ik ook nu genoten van de race. Het verschil was dat ik bij 30 kilometer dit keer juist weg kon lopen, waar ik in Amsterdam met kramp te maken kreeg. Ik heb nu dan ook veel mensen kunnen oprapen tussen 35 en 40 kilometer. Het enige mindere was dat ik wel bij 25 kilometer al stijve bovenbenen had en wel bang was om weer kramp te krijgen. Ik kon hiermee het tempo wel blijven lopen, maar zo gauw ik iets aan wou zetten, kwamen ook wat krampscheutjes in mijn benen. Cardiovasculair kon ik voor mijn gevoel nog wel harder, maar mijn benen lieten het niet meer toe. Ik dacht dat ik nog een redelijke eindsprint op het laatst had, maar op het finishfilmpje bleek dat een grote leugen.”
Wat kan er nog beter?
“Ik denk dat er nog wel wat tijd te winnen valt. Er liepen dit keer nogal chaotische hazen. De eerste 5 kilometer kwamen we 5 seconde te langzaam door (16.30 in plaats van 16.25). Dit is in principe geen probleem, want dat loop je wel weer dicht. Maar de tweede 5 kilometer ging echt te hard (15.59). Hierdoor viel onze grote groep wat uit elkaar en hadden we in een keer 20 seconde over. Ook bij de drankposten liepen de hazen chaotisch en moest ik zelfs een gaatje van 25 meter dichtlopen bij 15 kilometer. Naast mogelijk een iets strakkere race, denk ik dat ik nu weer iets meer ervaring heb opgedaan, wat mij verder gaat brengen naar nog snellere tijden. Daarnaast hoop ik de kramp in de benen nog wat meer onder controle te krijgen.”
Maarten gaat zich voorlopig focussen op het aanscherpen van zijn persoonlijke records op de baan, en zal vermoedelijk in december de marathon in Valencia gaan lopen. Wij wensen hem veel succes!
Monte Gordo
Net als andere jaren bereiden veel atleten zich op dit moment voor op het baanseizoen in Monte Gordo, Portugal. Monte Gordo, het dorpje waar over de jaren heen nauwelijks iets veranderd, waardoor het na één dag voor de atleten voelt alsof ze er al dagen zijn. Een fijne plek om je in een mooie omgeving in alle rust in de warmte voor te bereiden op de baanwedstrijden. En die warmte die is er zeker dit jaar. Bijna elke dag is het 27 graden met volle zon en sommige dagen zelfs uitschieters naar 30 graden.
Een typische dag op trainingsstage in de Portugese Algarve gaat als volgt: Om stipt 8 uur verzamelen de atleten beneden in de lobby van het hotel en krijgen ze van Eddy te horen welke training vandaag op het programma staat. Daarna gaat iedereen rustig ontbijten en om half 10 fietst de groep op de vertrouwde oranje fietsen over het net iets te smalle fietspad naar Vila real, het dorpje van de atletiekbaan. Op de baan is het redelijk druk, want atleten uit heel Europa zijn aan de Portugese zuidkust neergestreken ter voorbereiding op het zomerseizoen. Iedereen gaat inlopen, de sprinters op het gras, de anderen buitenom. Daarna wordt er uitgebreid gerekt en doet iedereen de warming up die hij nodig heeft voor het programma. Als iedereen klaar is met het programma is het een uur of één en sommigen fietsen even langs de winkel om lunch te halen. Eenmaal in het hotel wordt er gegeten en daarna doen sommigen een middagdutje, anderen kijken een serie of doen een spelletje. Om half 4 vertrekt een deel van de groep voor de tweede training van de dag, kracht of een duurloop. Vanaf 5 uur beginnen de massages. De atleten hebben de luxe om de dag gemasseerd te kunnen worden door fysio Marcel van fysiosportief en door sportmasseuse Bianca van Sportmassage Groningen. Nog even avondeten en de dag is alweer voorbij!
Op vrijdag 5 mei landt iedereen weer op Eindhoven en een week later gaan de wedstrijden los. Een flink aantal atleten starten hun seizoen tijdens de trackmeeting in Utrecht. Anderen lopen in Lisse, waar veel incourante afstanden op het programma staan, zoals een 150, 300 en een 3000. Ook reizen er atleten af naar Pliezhausen en Belfast voor hun seizoensopener. Voor de resultaten van de atleten, blijf ons volgen!
Omslagfoto: Björn Paree