Passie kan niet worden opgelegd, maar alleen blootgelegd

Op een gewone woensdagavond een diepte-interview met twee bijzondere mensen; Sybren Mulder (atleet tot 2010) en Machteld Mulder (atleet tot 2013). Hoe zag hun atletenbestaan eruit en hoe is het om nu bij Team 4 Mijl langs de kant te staan als coach?

De atleten
Tijdens het atletenbestaan waren beide Mulders geen trainingsbeesten. Sybren had voornamelijk last van de winterperiode. “Het gebrek aan baanwedstrijden en de lange monotone schema’s maakten voor mij de winters enorm lang”, aldus Sybren. Machteld had moeite om alleen te trainen: “Wanneer ik een duurloopje alleen moest doen begon ik al op mijn klok te kijken voordat ik de straat uit was…” Voor beide atleten speelde het sociale aspect van de trainingen een belangrijke rol. Maar wanneer het baanseizoen losbarstte, werd het racebeest in Sybren wakker. “De competitie opzoeken en proberen de tegenstander een hak te zetten. Dát is waar ik alle trainingen voor deed!” Dit was voor Machteld iets anders. Als atlete moest ze geregeld alleen naar grote wedstrijden. “Daar kende ik niemand en alle wedstrijden leken op elkaar. Dat gaf me weinig voldoening. Daarentegen kon ik er enorm van genieten van het samen trainen, samen doelen stellen en samen naar toernooien gaan”.  

Machteld begon als atlete bij TDR in 2007. Dat ging de eerste jaren erg goed. Machteld boekte progressie en trainde fanatiek. Tot het moment dat de vooruitgang uitbleef. “Ik ging nadenken wat ik belangrijk vond en kwam tot de conclusie dat ik wat meer rust en stabiliteit nodig had. Sport en studie op één plek, dat zou veel onrust wegnemen”. Zodoende vond Machteld de aansluiting bij Team 4 Mijl. Hier hoopte ze weer op niveau te komen en een persoonlijk record te lopen op de 800 meter (deze stond op 2.02.05. Het laatste jaar zette Machteld alles op alles voor een PR, maar toen ze bleef steken op 2.06.31 besloot ze een andere droom in vervulling te laten gaan. “Ik droomde er al jaren van om voor langere tijd naar het buitenland te gaan. Dit leek niet te combineren met het lopen bij het team”, zegt Machteld. Daarom besloot ze in oktober 2013 tot maart 2014 naar Oeganda te gaan. “Na dit buitenlandse avontuur wilde ik bekijken of ik het lopen nog leuk genoeg vond. In Oeganda heb ik uiteindelijk maar een paar keer hardgelopen, dus eenmaal thuis was de beslissing snel gemaakt, ik was klaar met het topsportbestaan.”

Waar de wegen van de Mulders uiteindelijk samen kwamen bij Team 4 Mijl bewandelde Sybren een andere route dan Machteld. Sybren zocht zelf naar coaches en heeft er in zijn carrière verschillende meegemaakt. “Ondanks dat elke coach zijn eigen manier van werken had, was er één overeenkomstige factor voor een succesvolle samenwerking, namelijk vertrouwen. Als het vertrouwen er is kan een coach een atleet enorme progressie laten boeken en kunnen daar mooie prestaties uit voortvloeien.” Na de vraag wat hij zelf dan zijn beste prestatie vindt twijfelt Sybren even, om uiteindelijk voor de bronzen plak op het NK 1500m in 2008 te kiezen. “Ja, dat was echt de mooiste!”, glundert hij.

Tussen coach en atleet
Tussen het atletenbestaan en de rol als blessure-coach zat voor Machteld precies een jaar. In dat jaar leerde ze de duurlopen in haar eentje meer te waarderen en genoot ervan dat ze geen schema’s meer hoefde na te jagen. Sybren nam wat meer tijd voordat hij zich als coach verbond aan Team 4 Mijl. Hij ontdekte het wielrennen, reisde af naar Rome met een groep Team 4 Mijl-alumni om daar een marathon te rennen en genoot van de vrije (zaterdag)avonden.
Tot op een gegeven moment hij gevraagd werd om loopscholing te geven bij het team. Dit veranderde alles.

De coach
“Alleen loopscholing geven was als snel niet meer uitdagend genoeg en ik begon zelf atleten te begeleiden,”
aldus Sybren. “Ik heb bij verschillende coaches in de keuken gekeken, veel gelezen en in 2018 ben ik begonnen aan de trainersopleiding. Wat ik nooit verwacht had gebeurde toch, het coachen van atleten is uitgegroeid tot een grote passie.”
Door coach te worden kwamen ook de verplichtingen op dinsdag en donderdagavond en zaterdagochtend weer terug, maar dit heeft hem geen enkele keer moeite gekost. Als coach overziet hij het grote plaatje, welke hij als atleet niet zag en niet wilde zien. “Het is mooi om voor elke individuele atleet te puzzelen om het best werkende schema te krijgen en dit zo nodig bij te schaven om zo uiteindelijk tot het ideaalplaatje te komen!”  Machteld heeft niet de ambitie om atleten klaar te stomen voor een toernooi. “Ik vind het juist fijn dat ik kortere trajecten heb met atleten”, zegt Machteld. Het doel van de blessure-coach is om geblesseerde atleten betrokken te houden bij het team. “Na een periode van alternatieve training is het heel goed mogelijk om nog hard te lopen. Dit probeer ik de atleten dan ook bij te brengen. Elke atleet heeft zijn eigen benadering nodig. De ene wil alleen een programma en de ander heeft behoefte aan overleg. Het is een uitdaging atleten aan het denken te zetten over welke trainingen ze nodig denken te hebben en wat ze nodig hebben om fit te blijven.”

Zouden de Mulders terug willen naar het atleten bestaan? Sybren vindt het goed zo. “Het enige wat ik mis is de spanning en de adrenaline die je voelt voorafgaand aan een race, en de ontlading of teleurstelling achteraf. Het is mooi om te leven tussen die uitersten van emoties” mijmert hij. Machteld: “Soms mis ik de harde trainingen wel, maar dat doe ik nu wanneer ik er zin in heb. Ik ben blij dat het niet meer week-in week-uit hoeft. Terugkijkend vind ik dat ik meer had moeten genieten van de fase waar ik in zat. Ik hoop dat ik dat nu mee kan geven aan atleten.”

Mulder en Mulder op de baan van Groningen Atletiek