Utrecht, 6 augustus
Voor de atleten die nog niet toe waren aan vakantie maar zin hadden in een snelle race stond er vrijdag 6 augustus weer een Track Meeting in Utrecht op het programma. Team 4 Mijl werd vertegenwoordigd door 7 atleten.
800 meter
Annet Fleddurus startte in de laatste serie met luxehaas Niek Blikslager. Ze wist vanuit zijn rug weer een stukje sneller te lopen dan in Lier twee weken terug, en zette de klok stil op 2:12,06. ‘Dankzij het goede haaswerk van Niek heb ik weer een halve seconde van mijn PR af kunnen snoepen. We kwamen precies goed door qua tijden, en voor nu was dit alles wat er in zat.‘ Tiba Miran opende haar baanseizoen met een tijd van 2:33,38.
400 meter
Thomas Kwint liep zijn eerste en ook laatste 400 meter van het seizoen. ‘Ik heb een persoonlijk record kunnen lopen met een seconde (50,86) en heb zo een mooi einde kunnen geven aan mijn matige seizoen. Nu vakantie vieren en zorgen dat ik er deze winter weer sta.’
Daarna kwam Suzanne Voorrips in actie. De 800 meter specialiste verbeterde haar seizoensbesttijd naar 55,87. ‘We zijn halverwege een trainingsblok waarbij de focus op snelheid ligt. Vandaag ging al beter dan vorige week, maar we zijn nog niet waar we willen zijn. Volgende week loop ik nog 1 keer een 400 voor ik het seizoen afsluit met een 800 meter.‘ Een serie later was het de beurt aan Danique Gimbrere en Eva Mollema. Danique wist de onderlinge strijd te winnen in een tijd van 56,66. ‘Ik had gehoopt vandaag een PR te lopen, maar dat zat er helaas niet in. Het doel was om hard te openen en dat lukte, maar het laatste stuk tegen de wind in ging ik stuk en dat kostte veel tijd. Desondanks heb ik een heel goed seizoen gehad!‘ Eva was niet geheel tevreden over haar race, maar kijkt ook positief terug op haar seizoen. ‘Ik wilde wat rustiger openen vandaag om het laatste stuk minder stil te vallen, maar vandaag was dit echt te rustig. Het blijft een lastig onderdeel de 400 meter. Ik ben wel heel blij dat ik dit seizoen fit ben gebleven en 12 wedstrijden heb kunnen lopen!’
Omslagfoto: Ejam Maail
