Passie kan niet worden opgelegd, maar alleen blootgelegd

Na wedstrijden in Gent en Dortmund werd er afgelopen weekend voor het eerst op vaderlandse indoorbodem gelopen. Voor de één als doel het benaderen van een EK limiet, voor de andere een laatste test op weg naar de nationale kampioenschappen.

Op de 800 meter kwam het overgrote deel aan de start. Victor Bouwman kreeg na een goed optreden in Gent waar hij ruim een seconde boven de EK limiet bleef, vandaag de opdracht om het accent te leggen op een snelle eerste 600 meter. Gehaast door Pascal Remminga slaagde hij redelijk in deze missie, wat niet kon voorkomen dat Bouwman in de voorlaatste ronde voorbij werd gestreefd door Ate van der Burgt, waardoor hij in een tijd van 1.51.08 op een tweede plaats eindigde. In het kielzog van Bouwman legde Wilfred van Holst beslag op de vierde plaats. Met een tijd van 1.51.21 verbeterde hij zowel zijn persoonlijk outdoor als indoor record. "Een mooie opstap voor de volgende wedstrijden", aldus Van Holst. In dezelfde serie liep Sjors Kampen in de anonimiteit naar een tijd van 1.54.81. In de B reeks liep Stefan Wessel betrekkelijk eenvoudig naar de winst in een tijd van 1.54.77. De 1500 meter specialist verkoos vandaag de 800 meter om het gevoel van snelle rondjes te ervaren. Helaas ontbrak het hem aan de nodige tegenstand wat resulteerde volgens Wessel in een "saai potje hollen". Achter Wessel liepen Jasper Sinnema en Stijn Hoogwout hun eerste indoor wedstrijd van het seizoen. Beide liepen een evenwichtige wedstrijd en snelde naar persoonlijke beste indoor tijden van respectievelijk 1.57.24 en 1.58.48.

In de junioren categorieën hadden zowel Anouk Trooster als Jolien de Waard weinig tegenstand. Beide dames namen al snel in de wedstrijd de kop om deze niet meer af te staan. Trooster nam de zege bij de meisjes A voor haar rekening, De Waard was de beste van alle B junioren. Zondag reizen Bouwman, Van Holst, Remminga en Wessel af naar Wenen om op dinsdag avond deel te nemen aan de Vienna Indoor Classic. Chiljen Velvis en Andrew Harris Larasen kwamen in actie op de 1500 meter. Nadat Velvis in Dortmund al naar een persoonlijk record wist te realiseren, verbeterde hij zich nu opnieuw en kwam uit op een tijd van 4.23.67. Larasen raakte in een wedstrijd met andere oudgediende als Marijn van de Putten en Benjamin Romkes al snel de aansluiting kwijt met de kop, waardoor hij zijn eigen tempo moest zien te vinden. Dit resulteerde in een nieuw indoor persoonlijk record en was daarmee dik tevreden was.

Op de 400 meter was er louter vrouwelijke deelname uit het Groningse kamp. De meest uit het oog springende prestatie kwam op naam van Marit Dopheide. Nadat zij zichzelf eerder op de dag al had verbeterd op de 60 meter (7.68), deed ze dit ook op de 400 meter uit en finishte in een tijd van 55.25. Met een zichtbare voldoening verliet zij na de race de catacombe van het sportcentrum en met de uitspraak "Die 54-er gaat er zeker komen" liet zij blijken gretig genoeg te zijn voor de komende wedstrijden. Zo anders verliep het Machteld Mulder. Achter Dopheide kwam Mulder na twee rondjes zwoegen uit op een teleurstellende tijd van 58.05. "Qua leven en studeren heb ik mijn draai goed gevonden in Groningen, helaas pluk de sport daar nog niet de vruchten van", sprak Mulder. In de reeksen ervoor maakte Marieke van der Zee, Linda Swart en Inge Bootsma hun opwachting. Van der Zee liep deze winter voor het eerst onder de minuut en was daarover niet ontevreden. Swart liep haar eerste wedstrijd deze winter en kwam uit op een weinig zeggende tijd van 62 seconde, terwijl Bootsma overtuigend van start ging in haar reeks en als eerste over de meet kwam in een nieuw indoor persoonlijk record van 1.03.13.