Passie kan niet worden opgelegd, maar alleen blootgelegd

Dat Marieke Falkmann in mei 2013 in India haar meest memorabele en tevens haar laatste wedstrijd zou lopen had niemand gedacht toen ze in 2005 als eerstejaars studente naar Groningen verhuisde. In haar tijd bij Team 4 Mijl bouwde ze samen met bij coach Eddy Kiemel een indrukwekkend CV op, met onder andere een negende plek bij de EK <23 op de 5000m en deelname op meerdere internationale cross toernooien. Tevens behaalde ze een nationale titel op de 5000m en zette ze een persoonlijk record van 1.14 op de halve marathon achter haar naam. Na ruim vier jaar blessureleed besloot ze afgelopen jaar echter een definitieve punt achter haar atletiekcarrière te zetten. Een goed moment om met haar en Eddy terug te blikken op haar hardloop carrière.

5000 meter bij de EK <23 in Debrecen

Toen Marieke 12 jaar geleden bij Team 4 Mijl aansloot, was ze in eerste instantie niet zo enthousiast over haar nieuwe schema’s: “Ik moest opeens langer dan een kilometer inlopen en als er 1000-jes op het programma stonden had ik maar één in plaats van tien minuten pauze.” Duurlopen had ze helemaal nog nooit gedaan. Maar de nieuwe aanpak begon al snel zijn vruchten af te werpen en Marieke begon steeds meer te genieten van de lange trainingen. In haar eerste jaar bij het team werd ze direct geselecteerd voor de EK Cross junioren. Eddy: “Het was als coach heel gaaf om haar ontwikkeling op deze manier mee te maken en daaraan een steentje bij te dragen. Zowel in voorspoed als in tegenspoed. Dat laatste heeft onze band misschien wel het meest versterkt, want samen teleurstellingen beleven brengt je dicht bij elkaar.” Marieke geeft aan dit op dezelfde manier te hebben ervaren: “Het EK <23 in Debrecen (2007) was bijvoorbeeld een grote teleurstelling. Ik kwam toen niet verder dan tot een 14e plek. Nadien hebben Eddy en ik toen zo’n anderhalf uur in een dierentuin gezeten om de wedstrijd te bespreken. Zulke momenten zullen me altijd bij blijven.” Tot en met 2013 boekte Marieke veel progressie en er werd gedroomd over grotere en verdere doelen. Voor Marieke was haar halve marathon bij de city-pier-city in 2012 een tekenend moment: “Toen ik zo ontspannen naar een tijd van 1.14.37 op de halve marathon liep, wist ik dat ik een goede marathon in me zou hebben.” Ook Eddy zag veel potentie op de lange afstand, met name omdat Marieke heel ontspannen kon lopen met een goede techniek. “Wat Marieke daarnaast kenmerkte als atlete was dat ze zich goed kon vastbijten in de atleten voor zich. Ik heb haar weleens de ‘beste volger’ genoemd. Zet er iemand voor en Marieke zal diegene niet meer loslaten.”

Helaas moesten de marathon-plannen uitgesteld worden toen Marieke in 2013 te kampen kreeg met een geïrriteerde achillespees. Er bleek serieuze schade te zijn en Marieke moest zelfs geopereerd worden.  “Na de eerste operatie, het afschuren van de calcaneus, was er een jaar later helaas nogmaals een operatie nodig omdat ik te veel last bleef houden van het littekenweefsel.” Maar zelfs na deze tweede operatie herstelde haar pees niet goed. Marieke werd er moedeloos van: “Ik verloor het vertrouwen in mijn lichaam. Tijdens de revalidatie kreeg ik keer op keer weer pijn in mijn voet, en de beweeglijkheid in mijn enkel kwam maar niet terug.” Lang heeft Marieke uitgekeken naar het moment dat zij zich weer echt atleet kon voelen, maar na vier jaar blessureleed heeft ze de hoop opgegeven.

Marieke Falkmann in 2012 in actie in Tilburg

Toch kijkt ze positief terug op de afgelopen jaren. Het winnen van de nationale titel op de 5000 meter in 2010 is iets waar ze regelmatig nog aan terug denkt. “We hadden ook een erg sterke en gezellige groep en ik heb er goede vriendschappen aan overgehouden.” Momenteel richt Marieke zich volledig op haar maatschappelijke carrière als inspanningsfysioloog, maar sport blijft voor haar een belangrijk thema: “In het najaar heb ik veel op de mountainbike gezeten en tegenwoordig geniet ik er enorm van om helemaal pijnvrij een rondje door het park te rennen. Wie weet gaat die marathon er ooit nog wel van komen, omdat de liefde voor de sport nou eenmaal altijd zal blijven.”