Waar het gros van de Team 4 Mijl atleten vanavond vele kilometers afdraaiden op de atletiekbaan in Groningen, verdiende de 1500m van Job IJtsma in het Estse Tallinn veel meer aandacht. Hij liep daar de voorronde van de 1500m op het Europees Kampioenschap voor atleten jonger dan 23 jaar. Op zowel overtuigende als verrassende wijze wist hij een plek in de finale op te eisen.
Tallinn – Afgelopen dinsdag vertrok Job samen met vele andere Nederlandse atleten naar het EK onder 23 in Estland. Tijdens een zeer succesvol baanseizoen (waarbij alleen deelname aan het NK ontbrak) wist Job al snel de limiet voor deelname aan dit toernooi te slechten. Job plaatste zich al één keer eerder voor een internationaal toernooi, het EK cross in 2019. Hierdoor had hij al enige ervaring met deelname aan een groot toernooi en hoopte hij op een hogere klassering dan hij tijdens zijn eerste EK behaalde.
Doordat Job niet hoog op de plaatsingslijst stond was er weinig druk van buitenaf. Hij had, zoals hij zelf beschreef, niets te verliezen. Het halen van de finale zou winst zijn. Desondanks was de spanning er niet minder om. Een trekje dat hij naar eigen zeggen van zijn vader heeft. De coachende woorden van de TeamNL staff hielpen hem zijn kalmte enigszins te bewaren.
De spanning die vooraf zo aanwezig was, was nergens zichtbaar tijdens de race. Opmerkelijk, gezien Job zijn tactiek toch wel wat paniek zou kunnen inboezemen. Maar hij zou geen atleet van Eddy Kiemel zijn als het raceplan niet zorgvuldig was uitgekozen. Omdat de onderlinge verschillen tussen de atleten ontzettend klein waren, zouden mogelijk niet alleen de snelste atleten zich plaatsen voor de finale, maar ook de atleten met de beste tactiek. En daarnaast is het in toernooien vooral zaak om overeind te blijven, want wie valt in het gedrang haalt zelden nog een volgende ronde.
Het raceplan was om zo veel mogelijk uit het gedrang te blijven. Dat betekende een positie achteraan in het veld, omdat voorin de meeste valpartijen ontstaan door duw en trekwerk. Daarnaast was het belangrijk om aan de binnenkant te lopen, zodat hij minder meters zou maken dan de anderen. Met de kleine onderlinge verschillen is elke stap teveel verspilde energie. “De opdracht van Eddy was zo makkelijk om uit te voeren, dat ik hier geen moment over getwijfeld heb. Ik had verwacht dat het de eerste twee ronden niet zo snel zou gaan en dit was ook zo. Hierdoor raakte ik niet te ver achterop en liep ik mooi achteraan en aan de binnenkant.” vertelde Job over het eerste deel van zijn race.
In totaal werden er drie voorrondes gelopen, waarvan Job verscheen in de tweede race. De eerste vier atleten van elke race zouden zich automatisch kwalificeren voor de finale van zaterdag. Naast deze twaalf atleten zou de finale worden aangevuld met drie atleten die niet bij de eerste vier zaten, maar wel de snelste tijd van het totale veld liepen.
Bij het ingaan van de laatste ronde brak de wedstrijd echt los en werd het één lange versnelling naar de eindstreep. Job kon steeds een plaatsje opschuiven en bij het ingaan van de laatste bocht bevond hij zich in de vijfde positie. Met alle krachten die hij bespaard had wist hij nog een goede eindsprint in te zetten, maar was dit net te weinig voor een plek bij de eerste vier. Plaatsing op basis van tijd was op dat moment nog twijfelachtig. Uit de derde en laatste race mocht niemand sneller lopen dan de tijd van Job, omdat hij dan uit de top drie van snelste tijden zou worden gestoten.
De spanning duurde echter korter dan dat. Na 10 minuten kreeg Job te horen dat een Fransman uit zijn serie wegens het hinderen van een andere atleet gediskwalificeerd werd. Hierdoor behoorde Job ineens tot de snelste vier uit zijn serie en was een plek in de finale zeker gesteld. “Het doel voor dit EK is al bereikt. Ik heb nog geen plan, dat zal ik nog met Eddy bespreken. Maar dat zal zich hoe dan ook richten op een zo hoog mogelijke klassering.” blikte Job alvast vooruit op zijn EK finale.