Sinds de verbouwing van de winkel van RunX in Groningen, is de inboedel uitgebreid met een loopband. Deze loopband is uitgerust met 5D loopanalyse software, waardoor klanten op dit gebied net wat meer service kunnen krijgen. Door atleten van Team 4 Mijl wordt ook gebruik gemaakt van deze loopband, met als doel verschillende trainingsparameters in kaart te brengen.
Met de 5D loopanalyse kan belangrijke informatie worden gemeten, zoals paslengte, pasfrequentie en grondcontacttijden. Door de resultaten van verschillende meetmomenten met elkaar te vergelijken, kijken we of een bepaalde trainingsvorm in de weken daartussen effect heeft gehad. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan “loopscholing drills” of snelheidstraining.
Daarnaast gebruiken we de loopband om inzicht te krijgen in verschillende eigenschappen van het uithoudingsvermogen. Wanneer het om het uithoudingsvermogen gaat, wordt vaak onderscheid gemaakt tussen inspanningen die hoofdzakelijk aeroob zijn of inspanningen met een groter anaeroob karakter. Uithoudingsvermogen wordt als aeroob geduid als het gaat om een lagere intensiteit waarbij er nog voldoende zuurstof in de spieren aanwezig is. Bij een anaerobe inspanning is dat niet meer het geval en er treedt dan vermoeidheid en verzuring op. Daardoor kan je een inspanning op die intensiteit minder lang vol houden. De overgang van aerobe naar anaerobe inspanning kan worden bepaald door het meten van de concentratie melkzuur (lactaat) in het bloed.
Deze overgang is bij elke atleet anders. Om hier inzicht in te krijgen hanteren we op de loopband een protocol van 5 maal 6 minuten lopen met 2 minuten pauze. Elke 6 minuten is de snelheid iets hoger, wat bij veel van onze vrouwelijke atleten bijvoorbeeld neerkomt op snelheden van 12,0-13,5-15,0-16,5 en 18,0 kilometer per uur. Tijdens het lopen houden we elke minuut de hartslag bij, en na elke 6 minuten meten we de lactaatconcentratie door een druppel bloed te nemen uit de vinger.
Doordat de omstandigheden op de loopband in de winkel stabiel zijn (de temperatuur is altijd ongeveer gelijk), wordt het testen betrouwbaarder dan buiten. Buiten waait het de ene keer en de andere keer niet, en in de winter kan het 3 graden zijn en in de zomer 25 graden. Dat zijn factoren die de uitkomsten kunnen beïnvloeden en dat is met name vervelend wanneer je de resultaten van verschillende meetmomenten met elkaar wilt vergelijken.
Wanneer lactaat in een grafiek wordt uitgezet tegen de snelheid of hartslag, krijg je een lijn die vaak twee ‘knikpunten’ heeft. Deze punten zijn in de grafiek aangeduid met de ‘aerobe-‘ en ‘anaerobe drempel’. Inspanningen onder de aerobe drempel zijn inspanningen die je lange tijd kan volhouden, boven de anaerobe drempel neemt de vermoeidheid snel toe. Doordat we deze data meten, krijgen we een indicatie of de atleten op de gewenste intensiteit aan het trainen zijn zodat ze het beoogde trainingseffect bereiken. Bij de trainingen van atleten van Team 4 Mijl wordt er bij duurlopen bijvoorbeeld vaak naar gestreefd dat atleten onder de aerobe drempel blijven en bij veel intervaltrainingen boven de anaerobe drempel. Door deze testen bij RunX kunnen de coaches en atleten op een betrouwbare manier meer informatie krijgen over de individuele verschillen tussen atleten. Dit kan belangrijke informatie zijn voor een persoonlijk trainingsschema.
Ook voor deze parameters geldt dat wanneer we onze atleten vaker meten, we de ontwikkeling goed kunnen monitoren. Wanneer het doel van een trainingsblok het verbeteren van de anaerobe drempel is, willen we dit na afloop ook kunnen meten. In andere woorden, je hoopt dat na verloop van tijd de atleet een de zelfde snelheid kan lopen met minder vermoeidheid dan een aantal maanden daarvoor. We zijn erg blij dat RunX ons de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de loopband, en de 5D loopanalyse!